Friuli-Venezia-Giulia, ofwel FVG
FVG, eigenzinnig en trots, een eigen taal (het Friulisch) en net zo Italiaans als, zeg, Sicilië of Sardinië. Niet echt dus, of echt niet beter gezegd. Het heeft meer met Slovenië, of het oude Hapsburgse rijk.
Het is geen grote regio, een kleine 8000 km², maar het landschap is erg gevarieerd. Van noord naar zuid is het een soort tricolore, met eerst het wit van de besneeuwde toppen in de Alpen, dan het groen van de vruchtbare vlaktes en tot slot het blauw van de Adriatische kust.
Friuli is al vanaf de 15e eeuw voor Christus bewoond, o.a door de Carnii, wiens naam we nu nog terugvinden in Oostenrijks Karinthië en de noordelijkste regio van Friuli, Carnia. De Carnii en de Romeinen hebben flink wat afgeknokt, maar de strijd is uiteindelijk beslist in Romeins voordeel. In die tijd was Aquileia (nu een bescheiden stadje) de vierde stad van het Rijk. Na de val van het Romeinse Rijk werden het westelijk en het oostelijk deel (Friuli en Julisch Venetië (naar de Julische Alpen)) soms samen, maar meestal apart van elkaar ingelijfd door steeds weer wisselende heersers. Toen Italië onafhankelijk werd, in 1866, maakte aanvankelijk alleen Friuli er deel van uit. Pas na de twee wereldoorlogen werd (een deel van) Julisch Venetië ook bij Italië gevoegd.